Auberg

Auberg wordt vooral gekenmerkt door zijn prachtige landschap.

Het levendige gemeenschapsleven en de gevarieerde landbouw maken van Auberg ook iets bijzonders. Op een totale oppervlakte van 1.182 ha wordt 356 ha gebruikt voor bosbouw en 825 ha voor landbouw. Een bijzonder kenmerk van Auberg is het hoge percentage biologische boeren. In de jaren 1970 waren er in heel Oostenrijk slechts enkele biologische landbouwbedrijven. De boeren van Auberg behoorden al tot deze kleine groep pioniers. Het hoge aandeel voltijdse landbouwbedrijven is verheugend.
Door de directe verkoop van levensmiddelen genereren veel bedrijven een grotere meerwaarde uit de landbouw. Ook de verwerking van de hernieuwbare grondstof hout, die tot stammen wordt vermalen of als warmtebron dient, is voor de Auberger boeren van groot belang.
Een andere belangrijke pijler is de hopteelt.
Rond 1880 bereikte het Mühlviertel zijn grootste hopteeltgebied van 1.000 hectare. In 1939 moesten de laatste 32 hectare worden gerooid als gevolg van een decreet van het Berlijnse Rijk.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de hopteelt hervat op verzoek van de Oostenrijkse brouwerij-industrie. Na het opstellen van een langetermijnovereenkomst voor de aankoop van hop en de oprichting van de hopteeltcoöperatie in 1951 werd de hopteelt in het Mühlviertel georganiseerd. De eerste zaailingen werden vanuit Engeland geleverd en geplant in Auberg, de "wieg van de hopteelt".
.