Sprinkhaan diversiteit - de tjilpende sprinkhaan - Bank 1
De tjilpende sprinkhaan (Tettigonia cantans) is een van de grootste inheemse sprinkhanen. Hij kan tot 35 mm lang worden. Hij dankt zijn naam aan zijn luide gezang, dat vanaf half juli op meer dan 50 meter afstand te horen is. De dieren voeden zich roofzuchtig, bijvoorbeeld met bladluizen. Zoals de meeste sprinkhanen legt de tjilpende sprinkhaan ook zijn eitjes in de grond en zorgt zo voor de voortplanting van de soort voordat de volwassen dieren sterven met de eerste vorst.
Soortenrijke vochtige weiden - een bedreigde habitat - Stele
Het natuurreservaat Blinklingmoos herbergt een mozaïek van hoogveen, vennen, vochtige weiden en strooiselweiden. Deze behoren tot de meest soortenrijke habitats in het Salzkammergut. Ze worden niet bemest en traditioneel slechts één keer per jaar in de herfst gemaaid. Dankzij deze speciale zorg kunnen zich hier veel verschillende plantensoorten ontwikkelen die niet kunnen overleven in weiden die vaker gemaaid worden. Deze overvloed aan bloemen biedt een zeldzame habitat voor veel dieren, vooral insecten.
Bloemen in overvloed - de Siberische iris - Bank 3
De Blinklingmoos herbergt een indrukwekkende verscheidenheid aan zeldzame plantensoorten. Een bijzonder aantrekkelijke soort is de Siberische iris (Iris sibirica), die in heel Europa met uitsterven wordt bedreigd. Deze opvallende paarsbloemige plant is afhankelijk van vochtige weiden die niet worden bemest en laat worden gemaaid. Het is een van de voorouders van veel irissoorten die in tuinen worden geplant. Irissen die in het wild groeien zijn volledig beschermd en mogen niet geplukt of opgegraven worden.
Vlinderparadijs - de kleine parelmoervlinder - Bank 4
De kleine parelmoervlinder (Boloria eunomia) leeft in vochtige, koele weideranden waar de roze bloeiende slangenknoop groeit. Terwijl de volwassen dieren zich voeden met de nectar van veel verschillende planten, voeden de rupsen zich uitsluitend met de bladeren van de slangenknoopkruid. Van eind mei tot begin juni kun je deze in heel Oostenrijk bedreigde vlinder waarnemen in de weiden van Blinklingmoos.
Een gedekte tafel voor vogels - de karmijnvink - Bank 5
De kop, borst en stuit van oudere mannetjes van de karmijnvink (Carpodacus erythrinus) hebben een karakteristieke karmijnrode kleur, waardoor deze vogelsoort gemakkelijk te herkennen is. Hij voedt zich voornamelijk met planten, waarbij vooral zaden en knoppen van struiken en loofbomen favoriet zijn. Karmijnvinken zijn sociale vogels die buiten het paarseizoen in kleine zwermen te vinden zijn. Tijdens het lange broedseizoen (van maart tot augustus) leiden ze, zoals veel vogelsoorten, een monogaam seizoenhuwelijk.
Weidevogel - de breedbladige orchidee - Bank 6
De breedbladige orchidee (Dactylorhiza majalis) is een typische orchideeënsoort die in de lente in de natte weiden te bewonderen is. De orchidee is zeer goed aangepast aan voedselarme omstandigheden. Ze vormt een partnerschap (symbiose) met een speciale wortelschimmel die beter in staat is om de voedingsstoffen in de bodem af te breken, waardoor ze beschikbaar komen voor de orchidee. Zoals alle orchideeën reageert de orchidee zeer gevoelig op bemesting en drainage van de weiden.
Waardevolle habitat - het riet - Bank 7
Aan de oevers van de Wolfgangsee in het natuurreservaat zijn op sommige plaatsen nog bijna natuurlijke rietvelden te vinden. Deze zijn van groot belang voor verschillende dieren. Ze dienen als kraamkamer voor vissen en vormen een waardevolle broedplaats voor vogels. Tussen het riet leven ook een aantal kleine dieren zoals libellen, spinnen en mosselen. Daarom is baden in de Blinklingmoos alleen toegestaan in daarvoor aangewezen gebieden.
Klik op de knop "PDF nu creëren" om het document te creëren.
Loading...
Hartelijk dank voor uw belangstelling. Wij stellen nu een document voor u op. Dit kan een ogenblik duren. Zodra het pdf gereed is, wordt het in een nieuw tabblad geopend. Hiervoor dient u de pop-upblocker van uw browser voor onze website te deactiveren.