Ehemaliges Bürgerspital / Tourismusinformation

Het burgerziekenhuis was een nuttige sociale daad en instelling van de Mondse burger Caspar Freinberger. In 1464 droeg de burger van Mondsee, Caspar Freinberger, in zijn testament een deel van zijn bezittingen, namelijk het huis en de hoeve aan de Steinerbach en de hoeve aan de Höribach, op voor de oprichting van het burgerziekenhuis. In die tijd verwees "Bürgerspital" niet naar een ziekenhuis, maar naar een huis voor verarmde en behoeftige burgers, dat in sommige gevallen ook het karakter van een verpleeghuis had.

436 jaar lang (van 1502 tot 1938) bestond het huis in de huidige Dr. Franz-Müller-Straße 3 als burgerziekenhuis van Mondsee.

Na de dood van Caspar Freinberger steunde zijn weduwe Anna Freinberger actief de bouw ervan door haar eigen bezit af te staan. Tot aan het begin van de 20e eeuw werd het ziekenhuis gesteund. In 1643 schonk rechter Andreas Göbl 900 gulden. De rente zou twee keer per jaar onder de gevangenen worden verdeeld. Het ziekenhuis beschikte over de opbrengst van een aantal boerderijen in de omgeving van Mondsee. In de marktstad bezat het met zijn inkomsten als leengoed van Salzburg het Haller-Rauscher- en Stadlerhaus.
Na de opheffing van het klooster werd het Bürgerspital eigendom van de gemeente, maar het bedrijf werd tot 1848 beheerd door de huisbewaarder. In de jaren daarna werden alle eigendommen van het ziekenhuis verkocht. In 1863 werd het gebouw volledig gerenoveerd. Prinses Ignazia von Wrede (overleden in 1905) wees in haar testament een bedrag van 16.000 kronen toe, waarvan de rente tijdens de kerstweek aan de armen geschonken moest worden, omdat de nood in de winter het hoogst was en hulp zeer welkom was.
In 1938 kocht de gemeente onder burgemeester Alois Gaderer de "Stumpe-Villa", het huidige bejaardentehuis. Het voormalige Bürgerspital werd het gemeentekantoor.

Een zogenaamde "Spitalsmeister" werd aangesteld om het Bürgerspital te beheren. Er waren gedetailleerde statuten voor de werking van het ziekenhuis, bijvoorbeeld het type catering werd nauwkeurig omschreven. Uit het reglement van 1757: elke dag soep, kool en melk tussen de middag, soep, rapen en melk 's avonds; plus 1/2 pond rundvlees op zondag, gerezen noedels op maandag, knoedels met gerookt vlees op dinsdag, noedels (Schupfnudeln) op woensdag en pap of griesmeel met Pinksteren. Op de hoge feestdagen werden speciale gerechten geserveerd.

De grafsteen van Caspar Freinberger, de oprichter van het Bürgerspital, bevindt zich bij de ingang van het voormalige Bürgerspital en kan worden bekeken tijdens de openingstijden van het VVV-kantoor.